Van de redactie: ‘Is er een weg terug naar 24 paarden?’

1 september 2022 13:36

De kortebaansport moet, met behoud van tradities, met de tijd mee. Veranderingen zijn daarvoor noodzakelijk. Dit gaat nooit vanzelf en altijd van onderaf. De redactie van Kortebaandraverijen.nl heeft de rol van verslaggeving en promotie, maar wanneer wij dat noodzakelijk vinden, zijn wij bereid het voortouw te nemen. Enkele jaren na het stoppen van de column Fan van Jan is het gemis voelbaar. Daarom zijn wij begonnen met de nieuwe rubriek ‘Van de redactie’. In de achtste editie: Is er een weg terug naar 24 paarden?

 In de afgelopen maanden hebben wij ons verbaasd dat het huidige deelnemerstekort niet door alle partijen is voorzien. Integendeel, op onze voorbeschouwende items kregen wij vaak de opmerking dat wij het te zwart zagen en dat het allemaal wel mee zou vallen. Zonder het te willen, kregen wij gelijk. Zelfs een deelname van zestien paarden is geen zekerheid meer. Het kortebaanwereldje is in paniek. De vraag is echter: is er een tekort aan paarden of aan deelnemende trainers en pikeurs?

De coronacrisis wordt algemeen als dé oorzaak van het tekort gezien. Natuurlijk, corona heeft er ingehakt en eraan meegeholpen, maar er zijn nog voldoende paarden die deelnemen aan draverijen. Voor de eerste meeting op de grasbaan van Emmeloord op 22 juni werden er 127 paarden ingeschreven. Voor de tweede, twee weken later, nog maar 87! Waar zijn die 40 paarden gebleven? Het tekort aan paarden op de kortebaan heeft dan ook een andere reden. Het moet worden gezocht in het verval dat al jaren aan de gang is. Oorzaak: Het verdwijnen van op de kortebaan gerichte, meest kleine, stallen en het totaal negeren van de kortebaan door de grotere top entrainementen.

Betaalde hobby

In het verleden zagen trainers en pikeurs de kortebaan als een betaalde hobby. Zij hadden er plezier in. Het monotone bestaan in het langebaanwereldje werd graag afgewisseld met een middagje kortebanen. Jan van Leeuwen senior en junior, Jan Wagenaar, Jan van Dooyeweerd, Jan de Leeuw, zijn zonen Cees en John en natuurlijk de drie broers, Harry, Aad en Ruud Pools, zijn daar goede voorbeelden van. Overigens, het kost ons geen enkele moeite, de lijst met namen met minimaal 25 uit te breiden.

Genoemde trainers en pikeurs keken uit naar het kortebaanseizoen. Zij bereidden zich erop voor en verdeelden hun paarden over de diverse koersen. De werkzaamheden op hun entrainementen werden er op aangepast. Door het grote aanbod viel het niet op wanneer het een keer niet uitkwam en men verstek moest laten gaan. Het gat dat daardoor ontstond, werd moeiteloos opgevuld.

Door de algemene neergang van de Nederlandse drafsport is de sport in de laatste decennia totaal veranderd. Men spreekt nu over top- en breedtesport. De top laat zich, in tegenstelling tot vroeger, helemaal niet zien op de kortebaan. Blijkbaar zien zij de PR- waarde van de kortebaan niet of willen het niet zien. Zij trekken met elkaar veel liever naar het buitenland en/of Wolvega waar, en daar moeten wij reëel in zijn, meer te verdienen valt.

Breedtesport

Blijft over: De breedtesport. Deze bestaat echter nog maar uit een paar ‘grote’ entrainementen, en een paar kleinere, gelukkig nog aangevuld door verschillende eigenaartrainers. Van de grotere entrainementen hebben Bas Crebas, Rob de Vlieger en Tom Kooyman, naar eigen zeggen, niets met de kortebaan. Dit geldt ook voor Appie Bosscha, maar vanwege Piet Siderius op stal, zal hij wel naar de kortebaan moeten. Blijft over Caroline Aalbers en de, in volume, iets kleinere entrainementen van Frans van der Blonk, Bryan Vader en Aad Pools. En dat is het. Daar moet de kortebaansport het nu van hebben!

En Stal de Groningers dan? Deze stal verdient op meerdere gronden een aparte vermelding. Johnny Westenbrink traint deze paarden. Althans, alleen op papier. Westenbrink zelf hebben wij nog nooit op een kortebaan gezien. Zulke administratieve foefjes maken soms meer kapot dan dat het de sport oplevert. Het heeft er, bijvoorbeeld, voor gezorgd dat wij het trainersklassement niet meer op deze website vermelden.

Stal de Groningers is dominant aanwezig, vaak met vier deelnemers per kortebaan en is voorlopig onmisbaar én onklopbaar! Dominantie is echter voor geen enkele sport goed. Dus ook niet voor de kortebaan.

Terug naar 24?

Is er een weg terug? Wanneer trainers en pikeurs het zich niet meer kunnen veroorloven de liefhebberij in de sport prioriteit te geven, is geld een goed smeermiddel. De organisaties zullen moeten zorgen voor een financiële impuls. Het prijzengeld en de vergoedingen moeten omhoog.

Dat wordt overigens wel weer eens tijd. Ruim veertig jaar geleden, in 1980, was het gemiddelde prijzengeld 7.250 gulden kortebaan. In 2022 vertegenwoordigt 7.250 gulden, de inflatie meegerekend, een bedrag van 8.000 euro! Dat de organisaties minder oog hadden voor het prijzengeld valt hen niet aan te rekenen. De meerkosten van onder andere de steeds betere beveiliging van de banen kregen prioriteit. Neemt niet weg dat de oplossing van het tekort toch echt in het beschikbare geld moet worden gezocht. Wanneer het deelnemen aan een kortebaan enigszins lonend gaat zijn, zorgen de entrainementen voor meer paarden én pikeurs. Alleen dan is een terugkeer naar 24 deelnemers mogelijk.

Blijkbaar ziet de top de PR-waarde van de kortebaan niet

TipCompetitie

Ben je een echte kortebaankenner of houd je van een gokje? Doe dan mee met de TipCompetitie!

Word vriend of meer

Voor € 15,- per jaar houd je Kortebaandraverijen.nl online en krijg je meerdere extra's.