
Vanaf 1932 wordt er gekoerst onder de vlag van de Kortebaanbond. Sinds de oprichting van dit overkoepelende orgaan werden er ruim 2100 kortebanen verreden. Welke pikeur won er de meeste? In de rubriek ‘de Top 100 der pikeurs’ kijken we terug op 86 jaar kortebaanhistorie en beantwoorden deze vraag. In deel de nummers 10 tot en met 6, de pikeurs met 52 tot en met 73 overwinningen.
Harry Pools (nr. 10) staat ternauwernood in de Top 10; hij won slechts één keer vaker dan Cees Imming (nr. 11). Desalniettemin misstaat de oudste van de gebroeders Pools absoluut niet in dit rijtje elitepikeurs. Pools was tijdens de jaren ’70 de onbetwiste koning van de kortebaan en eiste in 1974, 1975 en 1976 de pikeurstitel op. Zijn jongere broers Aad en Ruud waren beide enige tijd bij hem in dienst en leerden bij hun oudere broer de fijne kneepjes van het vak. De vele successen die zij boekten, danken zij mede aan hun broer.
Toch was het niet vanzelfsprekend dat Pools zou uitgroeien tot een trainer en pikeur van formaat, die zich zeker tijdens de eerste helft van de jaren ’70 op de langebaan kon meten met de topstallen van Jan Wagenaar en Jan van Dooyeweerd. Pools leerde het vak bij Jan Wagenaar sr., maar keerde door familieomstandigheden terug naar huis. Hij probeerde het als eigenaartrainer, maar dat werd een flop. Hij maakte een doorstart bij Tom Kooyman, maar besloot na enige tijd opnieuw voor zichzelf te beginnen. Wederom liep het fout en Pools liet de drafsport voor wat het was en werd buschauffeur in het Westland. Na een half jaar liet hij zich weer eens op de koers zien en kwam toevallig een eigenaar tegen, die hem overhaalde om het nog één keer te proberen. Driemaal is scheepsrecht was ook van toepassing op Pools, want mede dankzij Xanthos Narciso maakte Pools naam en groeide uit tot een toonaangevende trainer en pikeur.
Begin jaren ’80 vertrok Pools naar Duitsland en liet zich nog maar sporadisch zien op de kortebaan. Toch nam hij nooit definitief afscheid. In 1985 greep hij maar net naast het pikeurskampioenschap en waren er incidentele successen met bijvoorbeeld Jackson Diamond en Garlisko. In 2015 stond hij aan de wieg van het succes van Barbert, die hij in Vroomshoop, 51 (!) jaar na Pools’ eerste overwinning op de kortebaan, naar de winst stuurde. Nog altijd weet Pools van geen opgeven, want voor het komende seizoen gaat hij aan de slag met onder andere Viperio, die vorig jaar al enkele keren liet zien uit te kunnen groeien tot een topsprinter.
Kurk
De kortebaansport was tijdens de vooroorlogse jaren de kurk waar de drafsport op dreef, besefte ook Willem Geersen (nr. 9). Op verschillende kortebanen kon doorgaans een dikbelegde boterham worden verdiend, maar Geersen beschouwde het sprinten over 275 of 300 meter slechts als een noodzakelijk kwaad. Hij liep zeker niet alle kortebanen af, iets wat bijvoorbeeld vader en zoon Van Leeuwen wel deden, maar zorgde er altijd voor dat hij z’n paarden voor de kortebanen met een flinke prijzenpot piekfijn in orde had. Zo werd hij tussen 1936 en 1945 vijf keer kampioen van Nederland en was hij zeker tijdens de tweede helft van de jaren ’30 de absolute koning van de kortebaan.
Maar toen de drafsport zich pas echt begon te ontwikkelen en er in Nederland elke dag van de week koersen op de langebaan werden verreden, liet Geersen de kortebaan links liggen en groeide hij uit tot een internationale toptrainer. In eigen land werd hij 25 keer kampioen bij de pikeurs en 29 keer kampioen bij de trainers. In 1960 beleefde hij een absoluut hoogtepunt door in Parijs de Prix d’Amerique te winnen met de legendarische Hairos II. Het duo waagde daarna de overstap naar de Verenigde Staten waar zij ook het wereldkampioenschap op hun naam schreven.
Geersen was een grote, forse en weinig spraakzame man, wars van uiterlijk vertoon. Daags na zijn zege in Parijs toog de vaderlandse pers naar Valkeveen om de kersverse winnaar van de Prix d’Amerique te ondervragen. Eenmaal aangekomen zagen ze een man in overall de stallen aanvegen. Was dit de bewierookte trainer en pikeur die een dag eerder de meest prestigieuze koers van Europa op zijn naam had geschreven? Ze waagden het er op. “Geersen? Ja, dat ben ik. Hoezo?”
Schuifdeur
Het was overigens Geersen die Manus Bouwhuis (nr. 8) op weg hielp tijdens zijn eerste jaren als beroepstrainer halverwege de jaren ’60. Dat Bouwhuis een toppikeur op de kortebaan ging worden, was al snel duidelijk. Hij genoot zijn opleiding bij de ‘Oude’ Jan van Leeuwen en was daarna nog enige tijd werkzaam bij Jan Wagenaar sr., waar hij onder andere samenwerkte met diens zoon Jan. Bouwhuis ontwikkelde zich tot één van de beste trainers en pikeurs van Nederland. In 1978 en 1979 wist hij zelfs het pikeurskampioenschap op de langebaan binnen te slepen.
Op de kortebaan ging zijn ster pas echt stralen tijdens de jaren ’90. Dankzij Leo Kokkes had hij in 1992 de beschikking over Diamond Tonka en in 1993 over Grolsch B. Met deze paarden legde hij een brede basis voor twee onaangevochten kortebaankampioenschappen. Helaas sloeg toen voor Bouwhuis het noodlot toe. Eén van zijn paarden vloog thuis onverwacht hard z’n box in en Bouwhuis kreeg de schuifdeur van die box vreselijk hard op zijn hand. Bouwhuis liep hierbij drie verbrijzelde vingers op. Ondanks twee operaties functioneerde zijn hand nooit meer zoals daarvoor; het leek gedaan met zijn loopbaan. Bouwhuis liet zich echter niet kennen, knokte zich terug en won nog één kortebaan. In 1997 troefde hij met Kelly Dragon tijdens het NK in Lisse de gehele kortebaantop af en liet zich na afloop, hevig geëmotioneerd, huldigen. Nadat hij zijn loopbaan enkele jaren daarna beëindigde, bleef Bouwhuis behouden voor de kortebaansport. Hij nam net na de millenniumwisseling de taken op het stalterrein over van Jan de Leeuw en bekleedt de functie van coördinato nog steeds.
Nerveus
John de Leeuw (nr. 7) behoort momenteel tot de absolute top op de korte- en de langebaan. Na afloop van het vorige seizoen kroonde hij zich voor de vierde maal op rij (zesde keer in totaal) tot kortebaankampioen. En dat terwijl De Leeuw in eerste instantie totaal niet gecharmeerd was van deze discipline. Na twee overwinningen als leerlingpikeur begin jaren ’80 liet hij de kortebaan zo’n twintig jaar links liggen. In een interview met Paul de Vlieger in de Draf&Rensport uit 2003 vertelde hij waarom. “Het was gewoon geen sport voor mij, ik werd er te nerveus van. Het ergste vond ik het om naar de start te rijden, tussen al die mensen door. Dan kreeg je van die opmerkingen naar je hoofd: ‘Hé klootzak, hou je hem wel in je handen’. Een verschrikking! Ik kon er op een gegeven moment gewoon niet meer tegen.”
Het was aan zijn vader Jan te danken dat John net na de millenniumwisseling terugkeerde op de kortebaan. “Mijn vader zat maar op mij in te praten: ‘John, probeer het weer eens een keer, doe het voor mij’. Ik wilde er weinig van weten, maar heb uiteindelijk toch de stap gezet toen Ruud en Marilena Jetten mij benaderden om My Lady A te rijden. Ik waagde de sprong en het beviel me direct al veel beter dan vroeger. Ik ben nog wel nerveus, maar dat is eerder gezonde wedstrijdspanning.”
Met My Lady A won hij niet, maar de erelijst die De Leeuw daarna opbouwde is indrukwekkend. In Venhuizen won hij in 2002 met Olga Laukko voor het eerst sinds 1982 weer een kortebaan, om daarna de hattrick te vervolmaken in Den Ilp en Amsterdam-Noord. Zijn loopbaan raakte in een stroomversnelling met kampioenschappen in 2002 en 2005 en het al eerder genoemde kwartet. De afgelopen zestien seizoenen won De Leeuw maar liefst 64 kortebanen; een ongekend hoog aantal. Daarnaast evenaarde De Leeuw vorig seizoen een record door veertien seizoenen op rij minstens één kortebaan te winnen. Wanneer het de regerend kortebaankampioen lukt om ook in 2018 een keer te winnen, krijgt hij het record alleen in handen.
Startkanon
De Leeuw moet dit record vooralsnog delen met Aad Pools (1971-1984), Ruud Pools (1995-2008) en Jan de Vlieger (1939-1952). Dat de reeks van Jan de Vlieger (nr. 6) precies deze jaren beslaat is absoluut geen toeval, want het zijn precies de jaren dat Allouez de lakens uitdeelde op de kortebaan. Met maar liefst 49 overwinningen is Allouez, die tot op negentienjarige (!) leeftijd actief was op de kortebaan, de succesvolste sprinter allertijden. En dat terwijl De Vlieger zijn troef na verschillende overwinningen op de langebaan te koop had aangeboden! Niemand wilde echter het gevraagde bedrag op tafel leggen en omdat Allouez veel snelheid kon ontwikkelen over korte afstanden, zo werd hij in 1938 kampioen van Nederland over achthonderd meter, probeerde De Vlieger hem in 1939 op de kortebaan. Zijn eerste overwinning boekte hij in Stompwijk om dik dertien jaar later zijn carrière met een overwinning in Leiden te besluiten.
Het was overigens niet toevallig dat De Vlieger Allouez op de kortebaan uitprobeerde. Zijn vader Dirk had al flink naam gemaakt in deze discipline en zorgde ervoor dat zijn zoon Jan al op veertienjarige leeftijd zijn eerste kortebaan reed. De Vlieger ontwikkelde zich tot een bekwaam trainer, pikeur en fokker, die ook op de langebaan uitstekend uit de voeten kon. Zo won hij met Gonny D in 1942 de eerste Derby na het herstel van de totalisator. Waar De Vlieger op de kortebaan te boek stond als een heus startkanon en alles op de eerste meters gooide, was hij op de langebaan een weloverwogen pikeur, die rustig zijn kans afwachtte. Ondanks alle successen bleef De Vlieger zijn landbouwbedrijf als de basis van zijn bestaan beschouwen; de drafsport was slechts een hobby. Het mag niet onvermeld blijven dat De Vlieger, die in 1968 overleed, tijdens de hongerwinter in 1944 honderden mensen heeft geholpen. Alleen daarom al verdient hij een hoge notering in deze ranglijst.
De lijst
6. | Jan de Vlieger (1933-1964) (Weidlooper 5x, Uniform 2x, Allouez 49x, Beminde 6x, Gonny D 3x, Hollandia 3x, Ju Ju, Lycurgus, My Darling, Wanda, Sammy Mars) |
73 |
7. | John de Leeuw (1980-2017) (Ozo van de Lente, Nathan Olivier, Olga Lauko, Raindance Way 4x, Florida Way 4x, Nandoe Enzelens, Dr. Snuggels, Maestro Vica, Hot Water, Deliberate Dust 4x, Xanthos 4x, Private Dancer 3x, Utah Alki, Update Zomerland, Panky Neyenrode 4x, Neeroson 5x, Winsome Bo Bo 3x, Galimpulso As, Romeo Sund, Victory Boy S, Timmy H 3x, Yankee Attack, Prince of Moor 2x, Anabaa Blue, Evison, Barbert 8x, Amiral d’Inverne, Femke Schermer, Jagger Broline 2x, Fuggedaboutit, Diesel Scott 2x) |
66 |
8 | Manus Bouwhuis (1965-1997) (Dalila Regina, Zombrewer, Wilfield, X Pluto, Eddi Scotch, Freule, Handy Mac 2x, Grace Again, Juweeltje Carlos 6x, Furie, Marion Fortuna 3x, Leone Be, Mesquita 2x, Lorrelot 2x, Perino S, Smuggler Star, Ullustere Queen, Reinette H, Worthy Dillon 3x, Ureck Eberhof, Yankee Fortuna 3x, Yorker W 5x, Zelotte 2x, Yurriaan L, Western du Bois, Zonnevlam K, Diamond Tonka 5x, First Kombo, Grolsch B 5x, Griffy Sunshine 3x, Kelly Dragon) |
60 |
9. | Willem Geersen (1932-1947) (Queen Ethel St. L., Malie B, Monte Carlo, Robert E Lee, Mc Gregor 2x, Xuthus 14x, Zoo Doorlooper 10x, Zus Braun 8x, Zonnestraal, Claudy O 4x, Barones Spencer 2x, Ciamphie Scott, Harold Hanover K 4x, Guy Hanover 5x, E Carla Lee, Illustere Hanover, Jim Wilkes) |
58 |
10. | Harry Pools (1964-2015) (Xylophoon 3x, Antilope R 4x, Darling Hollandia 2x, Midas G, Dazy H 3x, Edelscott Six, Gravin Rita W 4x, Hielke D, Ivonne Hanover 5x, Lindsy’s Fortuna 3x, Kerry 4x, Musketier, Jolige Jan, Lyrana, Laiko Beroona 4x, Lee Rodney 2x, Oiga H 2x, Mousa Beroona 2x, Myros Buitenzorg, Willywir, Yra Alki, Victoria Hanover, Jackson Diamond, Garlisko, Kandy Rich, Barbert) |
52 |
(tussen haakjes de jaartallen van de eerste en de laatste overwinning op de kortebaan)
Ben je een echte kortebaankenner of houd je van een gokje? Doe dan mee met de TipCompetitie!
Voor € 15,- per jaar houd je Kortebaandraverijen.nl online en krijg je meerdere extra's.