15 september 2020 08:38

In de rubriek ‘Terug in de tijd’ nemen we dagelijks een duik in het verleden op zoek naar opvallende uitslagen en bijzondere kortebanen welke op deze dag zijn verreden. In aflevering 142 gaan we terug naar 15 september 1958, Medemblik. Hoe Ronny Zora voor de tweede keer op rij kampioen van Nederland werd.

(Foto boven: Jan Wagenaar en Ronny Zora (midden), geflankeerd door zijn ouders die Ria Kitty en Vlaamsche Gaai S in bedwang houden (Foto: archief Medemblik))

Jan Wagenaar was amper zeventien jaar toen hij in Stompwijk voor het eerst op eigen kracht, een week eerder kwam hij als invaller voor zijn vader in actie tijdens de finale van Voorschoten, een kortebaanfinale bereikte. Hij verloor met Playsier weliswaar van Ooststar (Frits Bosveld), maar hij had zijn naam gevestigd.

In 1955 won hij met O Nelly Zora in Hardegarijp zijn eerste kortebaan, gevolgd door een dubbelslag in Voorschoten een jaar later met Ria Kitty en Ronny Zora. Het waren de jaren dat Guus Knijnenburg en O Marijke huis hielden op de kortebaan en de concurrentie vrijwel geen kans lieten. Vanaf het moment dat de merrie na het seizoen van 1956 met pensioen ging, nam Jan Wagenaar de positie van Guus Knijnenburg als veelvraat op de kortebaan maar wat graag over.

Ronny Zora bood Wagenaar die mogelijkheid. Als vijfjarige maakte hij in 1955 zijn debuut op de kortebaan. Met twee klasseringen in zes starts viel hij in eerste instantie niet echt op. In 1956 kwam hij tot drie finaleplaatsen en bleef hij verstoken van een overwinning. Het volgende seizoen begon goed voor Ronny Zora, want hij won direct de eerste kortebaan van het jaar in Edam. In Schagen volgde zege nummer twee en niet zomaar een: het kampioenschap van Nederland.

Trakteerden

Het seizoen van 1958 werd voor Jan Wagenaar zijn beste seizoen op de kortebaan ooit. Dat was mede te danken aan de dadendrang van Ronny Zora, die nu pas echt in de voetsporen van O Marijke trad. Hij won onaangevochten in Appingedam, Warmond en Stompwijk, waarna hij te kampen kreeg met een maximale starthandicap van twintig meter. Het kon hem niet deren, want hij ging gewoon door met winnen. In Beverwijk boekte hij zijn vierde zege van het seizoen, gevolgd door ererondes in Stompetoren en Purmerend.

Wanneer Ronny Zora niet won, finishte hij sowieso altijd bij de eerste drie. Pas tijdens zijn negende start in Heemskerk liep hij niet in de prijzen; iets wat hem daarna in totaal zestien starts alleen nog maar in Hillegom en Enkhuizen overkwam. De enige paarden die hem letterlijk bij konden houden en hem ook nog wel eens op een nederlaag trakteerden, waren Thea Cornelia (Guus Knijnenburg, vier overwinningen in 1958) en Rita BH (Jacob Haan, twee overwinningen in 1958).

Beide paarden verschenen ook aan de start tijdens de strijd om het Nederlands kampioenschap op 15 september 1958 in Medemblik. Rita BH wist de eerste omloop echter niet te overleven en werd na vijf (!) ritten uitgeschakeld door O Brewer. Thea Cornelia werd tijdens de derde omloop verslagen door Vlaamsche Gaai S met Jan Wagenaar sr. op de sulky. Ronny Zora hield vervolgens Ovieda A achter zich en omdat Ria Kitty was vrijgeloot, bereikte de hegemonie van Stal Wagenaar een hoogtepunt: alle drie de halve finalisten van de strijd om het Nederlands kampioenschap waren van vader en zoon Wagenaar!

Zegereeks

Ronny Zora won vervolgens van Ria Kitty en hield tijdens de finale ook Vlaamsche Gaai S achter zich en kroonde zich voor de tweede keer op rij tot kampioen van Nederland. Een bijzondere prestatie, want dat was sinds Allouez in 1940 geen enkel paard meer gelukt. Pas in 2017 kreeg Ronny Zora een opvolger nadat Dutch Buitenzorg –toevallig ook in Medemblik- voor zijn tweede kampioenschap op rij tekende.

Daarmee was het nog niet gedaan met de zegereeks van Wagenaar. Met Ronny Zora won hij nog één keer, in Lisse. Vlaamsche Gaai S bezorgde hem de overwinning in Hillegom en Schagen en met Ria Kitty won Wagenaar enigszins verrassend in Leiden. Op het Levendaal in het centrum van de stad versloeg de merrie Ronny Zora, die net zoals Allouez zes jaar eerder in Leiden zijn laatste kortebaan liep. Voor de toen pas 21-jarige Wagenaar was 1958 met elf overwinningen zijn beste seizoen ooit op de kortebaan. Na hem lukten het alleen nog Ruud Pools (1996) en Aad Pools (2012) om dat aantal in één seizoen te evenaren. Het zegt heel veel over de prestaties die Jan Wagenaar en Ronny Zora in 1958 leverden.