
De kortebanen met hun eeuwenoude geschiedenis hebben een unieke plek verworven op de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. Dinsdag 15 februari werden negen kortebaandraverijen bijgeschreven op deze erelijst, waarmee inmiddels de helft van de kortebanen zich mag voorstaan op de erfgoedstatus.
Nieuw in de inventaris zijn de harddraverijen van Assendelft, Heemskerk, Hillegom, IJmuiden, Lisse (foto), Nootdorp, Santpoort, Venhuizen en Warmond. Eerder werden al Stompwijk, Medemblik, Voorschoten en Hoofddorp bijgeschreven.
Vooral in de straten van verschillende Noord- en Zuid-Hollandse plaatsen vertegenwoordigen de kortebaandraverijen een traditie, die bovendien uniek is in de wereld. Ze trekken steevast duizenden bezoekers, waaronder ook veel mensen die voor het eerst kennismaken met de paardensport, en hebben vaak het karakter van een grote dorpsreünie. Het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) deed de voordracht van de negen draverijen vorig jaar al, tegelijk met die van Hoofddorp, maar de collectieve bijschrijving kon door de coronacrisis niet eerder plaatsvinden.
UNESCO Conventie
De Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland vindt zijn oorsprong in de UNESCO Conventie inzake Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed. Dit is een internationaal cultureel verdrag dat Nederland in 2012 heeft ondertekend, met als doel immaterieel erfgoed levensvatbaar te houden voor de toekomst, gedragen door de lokale gemeenschap.
De immaterieel-erfgoedstatus brengt de verplichting mee een erfgoedzorgplan te schrijven (en bij te houden) om het erfgoed ook voor de toekomst te behouden. Dit plan wordt getoetst door een onafhankelijke commissie, die vooral kijkt naar hoe actief de erfgoedgemeenschap is in het doorgeven van het erfgoed, bijvoorbeeld door de jeugd erbij te betrekken en de traditie over te dragen aan volgende generaties.
Ben je een echte kortebaankenner of houd je van een gokje? Doe dan mee met de TipCompetitie!
Voor € 15,- per jaar houd je Kortebaandraverijen.nl online en krijg je meerdere extra's.